Roemenië september 2012
dinsdag 25 september 2012
Video van de dag in de Donaudelta
vrijdag 21 september 2012
Tocht naar het einde van de Donau
Na het ontbijt gaan we met de boot de
hele dag de delta in. Silviu Radan heeft jarenlang onderzoek gedaan
in de delta en hij vertelt honderduit. Bijvoorbeeld over de
megalomane projecten van Ceaucescu, die twee grote stukken van de
noordelijke delta heeft ingepolderd voor landbouw. Maar het was nogal
duur om mensen naar dat land te vervoeren, want de delta is immens en
het vervoer kan alleen per boot gebeuren. De polder drooghouden kost
ook veel energie en de brandstof was in die tijd op de bon. Met als
gevolg dat de goede oogst op de randen van de gloednieuwe polder lag
weg te rotten omdat er geen diesel meer was om die op te halen.
In het begin van de ochtend komen we
langs veel populierenplantages, volgens Alexandru Mironov ook een
project van Ceaucescu. Langs de oever kamperen en vissen redelijk wat
mensen.
Als we na uren vlakbij de zwarte zee
zijn, komen enkele pelikanen in beeld. Verder zien we veel
zilverreigers, enkele lepelaars, een soort visarend, veel visdiefjes
en meeuwen en enkele witte ooievaars. Maar nergens concentraties
vogels zoals we die in Nederland kennen van de waterlanden en wadden.
We varen dan ook in een van de grootste kanalen, bratsjoel Sfantu
Gheorghe. Tenminste, de oorspronkelijke rivier is voor het merendeel
gekanaliseerd. Langs de oevers wilgen, populieren, riet, riet, riet
en nog meer wilgen. Hier en daar een grote kattestaart en de grote
ontbrekende is de reuzenbalsemien, waarmee de oevers van de Donau in
Duitsland bezaaid zijn. Waarom die woekeraar hier niet voorkomt is de
moeite van het uitzoeken waard. De flora hier lijkt erg op die in
Nederlandse watergebieden, terwijl ik dacht dat het klimaat hier wel
warmer zou zijn. Wij hebben in ieder geval veel geluk met een mooie,
bijna windstille zomerse dag.
De delta is wel bijzonder voedselrijk, door het gebruik van kunstmest, voornamelijk in de landen stroomopwaarts. In de afgelopen 50 jaar zijn er dan ook 100 soorten planten uit de delta verdwenen door de eutrofiëring. In de plaats daarvan zijn 120 nieuwe soorten gearriveerd, de meeste met een groot verspreidingsareaal en dol op nitraten in het water. Sommige reisgenoten ervaren deze tocht als puur natuur, maar met enige kennis zie ik toch voornamelijk storingssituaties en de menselijke hand.
Heel even varen we voorbij het dorp
Sfantu Gheorghe de Zwarte Zee op, maar daar is natuurlijk niet veel
anders te zien dan veel water en wat vogels en we voelen wat kleine
golven. Opvallend was dat de vegetatie richting de zee nauwelijks
anders is dan 70 km het binnenland in (zover was het varen vanaf het
hotel in Uzlina waar we verblijven), er is nauwelijks invloed van
zout. Het zoutgehalte van de Zwarte Zee is dan ook maar de helft van
dat van de Middellandse Zee, vertelt Silviu.
We varen een stukje terug en draaien
naar het noorden het kanaal Tataru op, dat veel smaller is dan de
brede uitloper van de Donau die we tot nu toe zagen. Hier zijn veel
meer vogels, omdat de oevers glooiend zijn en het water ondiep. Zo
ondiep dat het schip regelmatig de grond raakt. Aan de oevers te zien
is de waterstand dan ook ongeveer 30 cm lager dan normaal. De
vegetatie hier is gevarieerder, met langs de oevers veel lisdodde,
mattenbies, pijlkruid, grote egelskop, en grote stukken riet met
varens, maar ik kan niet zeggen welke soort of soorten. Hier zien we twee of drie
ijsvogels en ik zie een waterslang. Op de oevers grazen hier en daar
koeien en paarden. We krijgen een lunch beneden in het schip, een
lekker groentesoepje en heerlijke vis. Dan ga ik maar eens boven
kijken, want het lijkt erop dat we aan de grond zitten. Inderdaad,
vlak bij een soort veerpont zitten we vast. Ik ga naar het voordekje
en de rest volgt, want met meer dan 500 kilo op de punt, komt de kont
wat meer omhoog en raken we weer los. Het schijnt dat deze kanalen
niet uitgebaggerd worden en langzaam steeds ondieper worden.
Daarnaast is er erosie van de oevers, en volgens Silviu ook van grote
stukken van de kust van de Zwarte Zee, sinds er een grote dam gebouwd
is in de Donau tussen Servië en Roemenië. Er zijn redenen genoeg
voor Roemenië om een groot project te starten voor de studie en
bescherming van de Donau, de Donaudelta, en de Zwarte Zee. Dit is na
de Wolgadelta het grootste deltagebied in Europa en Eurazië. Je kunt
niet zeggen dat het hier ongerept is, met al die kanalen, plantages
en polders, maar er wonen in dit immense gebied erg weinig mensen en
er is maar weinig industrie. Wel is de vis al bijna op. Op dit moment
loopt er een project om opnieuw steur uit te zetten, die natuurlijk
vernietigd is door de kaviaarvreters.
We varen naar een van de grootste meren
van de delta, lagul Rosu, het rode meer. En door wat rietkragen
bereiken we het kleinere tweelingmeer, lagul Rosulet. Dan varen we
weer dezelfde weg terug, omdat het grootste deel van de delta voor
onze boot onbereikbaar is door de lage waterstand.
Verschillende flessen alcohol zijn
inmiddels al leeggedronken door het gezelschap, waaronder Poolse
wodka, een liter Roemeense grappa en een paar liter witte wijn. Maar
ik vind het nog een beetje vroeg voor de drank.
Op het punt waar we op de heenweg vast
zaten, ligt nu de veerpont het kanaal te blokkeren. Onze matroos/kok
springt op de kant en trekt zelf die hele pont aan de kant, maar het
is nog een hele toer om er langs te komen, zonder de kabel van de
pont te raken. Als dat gelukt is, heeft onze scheepsheld binnen een
mum van tijd een nieuwe portie heerlijke vis gebakken als vieruurtje.
Ik voel me behoorlijk verwend dat ik dit prachtige, lekkere en zeer
interessante reisje mag meemaken.
Naar mijn idee hebben we op de heenweg
zeker 100 km gevaren, en de terugweg is natuurlijk even lang. Het
wordt rond 20 uur donker en dan zien we bij elke kampeerplaats op de
oever een vuur, waar de verse vissen nu natuurlijk op geroosterd
worden.
Rond half 10 zijn we weer in Uzlina,
waar we meteen kunnen doorschuiven naar een tafel met borden met vis,
en glazen vol lekkere witte wijn.
donderdag 20 september 2012
woensdag 19 september 2012
Naar de wilgen
Om kwart over zes sta ik klaar in de
hal van het hotel. Ik koop maar geen koffie bij de bar, want gisteren
hoorde ik dat we een zak met ontbijt meekrijgen en er zal koffie zijn
in de bus die ons naar Tulcea brengt. Dat busje is tot de nok toe
gevuld, want er gaan nog enkele extra Roemenen mee. Helaas was er
blijkbaar geen ruimte meer over voor de koffie...
We rijden weg van Boekarest, waar
buiten de stad veel braakliggend land te zien is. Verder weg van de
stad wordt het meer landbouwgrond, soms wordt er wijn verbouwd, regelmatig zien we bijenkasten voor de honingproductie. Het land is erg plat, totdat er op
een gegeven moment wat duinachtige heuvels verschijnen. Volgens de
Roemenen zijn dit weggeërodeerde bergen. We maken een kleine stop in
Capidava, waar Romeinse ruïnes te zien zijn. Ik en een Finse
journalist gaan meteen op zoek naar muurplanten en inderdaad staan de
ruïnes vol met muurvarens. Tenminste, voor zover ze niet
kapotgerestaureerd zijn met cement. Er wonen veel verwilderde honden
in de ruïne van Capidava, die ons zo lief aankijken dat ze van velen
de ham van de ontbijtboterhammen krijgen en ook de witte boterhammen,
die blijkbaar niemand graag eet. Bello en Bella c.s. zijn onze beste
vrienden en ze kwispelen erop los.
Dan gaat het verder door een eentonig
landschap, tot we rond 1 uur in Tulcea zijn, een aardig ogende stad
aan de breedste arm van de Donau. Het uitgangspunt voor een reis door
de delta, die enorm uitgestrekt is en alleen via het water
bereikbaar.
We krijgen 20 minuten vrijaf, en ik heb
enorme zin in koffie, maar die is niet snel te spotten. Daarom loop
ik iets verder weg tot ik een echte espresso-automaat vind. Maar dan
wordt ik meteen gespot door enkele Roemenen en ik moet met ze
meekomen, want de groep is me kwijt. Maar mijn missie is gelukt!
We krijgen een korte introductie over
het natuurbehoud in het centrum voor natuurbehoud van de Donaudelta.
Vooral grootschalige illegale visserij is een probleem, maar dat
wordt aangepakt door de kustwacht, die daarvoor hun wapens wel eens
moeten gebruiken. Verder willen ze het toerisme een beetje in toom
houden, maar 40.000 bezoekers per jaar voor zo'n groot gebied vind ik
helemaal niet veel.
Dan mogen we ons inschepen op een boot
die ons ergens in de delta zal afzetten, waar we overnachten. We
varen over een brede meanderarm. Het is vrij saai. Langs de kant
staan wilgen, populieren en abelen en de meeste die ik zie zijn
aangeplant of gekapt. Veel wilgen zijn ziek, waarschijnlijk de
watermerkziekte. Hier en daar staan tentjes langs de kant en de
tentbewoners zijn allemaal aan het vissen met een hengel. Hier en
daar is nog een stadje en ik zie op de kaart die we in het
informatiecentrum kregen dat er aan de zuidkant nog een weg loopt.
Hier en daar ligt een heuvel, de hoogste is iets meer dan 200 meter,
de meeste nog geen 100 meter hoog.
Dan slaan we af en zie ik allemaal
kleine vlotvarens drijven, die ik in Nederland nog nooit zag en dat
is maar goed ook, want daar zijn het ontsnapte vijverplanten.
We proberen aan te meren bij een resort
in Uzlina, maar dat is nog een hele toer, omdat de waterstand heel
laag is door de hete, droge zomer die hier geweest is. De boot loopt
aan de grond en met behulp van de motor drukt de schipper de boot
door de modder.
We komen op een alleraardigst plekje
met zwembad, waar iedereen een heel huis zonder keuken tot zijn
beschikking krijgt. Ik duik meteen met vier andere dames het zwembad
in, eindelijk wakker na 10 uur reizen. Morgen gaan we de hele dag
varen door de Delta en dan hoop ik wat meer natuurlijke natuur te
zien.
dinsdag 18 september 2012
Roemenië heeft best goede laboratoria
Omdat het conferentieleven meestal bestaat uit zitten, eten en drinken ga ik 's ochtends eerst maar eens even een half uur baantjes trekken in het zwembad. Daarna ben ik wel weer fris genoeg voor wat lezingen. Denk ik, maar de spreker die ik het eerst tref kan ik niet volgen.
Veel beter is de lezing van Dirk van der Werf van Swansea over het maken en exciteren van antiwaterstof in het alfa experiment. Een prestatie van jewelste om met antimaterie om te kunnen gaan. De bedoeling is het vergelijken van de s1- en s2- elektronenniveaus van waterstof en antiwaterstof, omdat die van waterstof zeer goed bekend zijn en mochten ze hetzelfde zijn of afwijken bij antiwaterstof dan geeft dat informatie over CPT-schending (dit is even wat informatie voor de liefhebbers). Op dit moment wordt er volop gemeten en de hoop is dat er genoeg info vrijkomt voor 2013, want dan kan er een jaar niet gementen worden omdat het experiment van de Antiproton Decelerator dan een jaar lang verbouwd wordt. Wel bijzonder dat CERN niet alleen deeltjesversnellers, maar ook deeltjesvertragers heeft.
Ik ga er even tussenuit om een zak appels te kopen, want in het hotel is alleen geconserveerd en plastic fruit verkrijgbaar.
In de middag gaan we met de journalisten naar Magurele, een fysicastad, 10 km buiten Boekarest. We moeten ons paspoort laten zien om binnen te komen. Het was wel handig geweest als de organisatie dat tegen ons had gezegd, want velen hebben hun paspoort in de kluis in het hotel liggen, maar ze mogen er toch in. Op het terrein wonen vele verwilderde honden, net als in Boekarest. Er staat een nucleair onderzoeksreactor, maar die wordt afgebouwd. De gebouwen zijn omcirkeld door een exact cirkelvormig bos, aangeplant in de jaren vijftig. Er is een cyclotron en er zijn deeltjesversnellers en er worden hier slimme detectoren gebouwd voor het Atlas-experiment op CERN en voor andere internationale experimenten. Vandaag hebben ze gehoord dat ze een haalbaarheidsstudie mogen doen voor het bouwen van een nieuwe, zeer krachtige gammalaser, ELI.
We bezoeken enkele laboratoria, waar technische hoogstandjes op het gebied van detectortechniek te zien zijn. Het grote probleem hier is echter dat ze moeilijk aan werknemers kunnen komen. De salarissen van Roemeense technici en natuurwetenschappers zijn laag. En dan bedoel ik echt zo laag, dat zelfs Indiërs liever ergens anders gaan werken.
Dan krijgen we nog een praatje in de computerruimte, dat onverstaanbaar is door de ventilatie van de computers, maar als ik daar iets van zeg, hoort de spreker me niet door de herrie. Computers zijn ook echt niet boeiend om naar te kijken, al zijn ze nog zo geavanceerd.
We gaan weer terug naar het hotel, waar ik weer mijn favoriete maaltijd ga eten, dit keer met een wachttijd van drie kwartier, hoewel het niet druk is. Bovendien ontbreekt mijn favoriete saus die erbij hoort, die komt alsnog 10 minuten later.
Dan ga ik nog een uurtje zwemmen om moet te worden, want we vertrekken morgen om half 7 's ochtends al naar de Donaudelta.
Veel beter is de lezing van Dirk van der Werf van Swansea over het maken en exciteren van antiwaterstof in het alfa experiment. Een prestatie van jewelste om met antimaterie om te kunnen gaan. De bedoeling is het vergelijken van de s1- en s2- elektronenniveaus van waterstof en antiwaterstof, omdat die van waterstof zeer goed bekend zijn en mochten ze hetzelfde zijn of afwijken bij antiwaterstof dan geeft dat informatie over CPT-schending (dit is even wat informatie voor de liefhebbers). Op dit moment wordt er volop gemeten en de hoop is dat er genoeg info vrijkomt voor 2013, want dan kan er een jaar niet gementen worden omdat het experiment van de Antiproton Decelerator dan een jaar lang verbouwd wordt. Wel bijzonder dat CERN niet alleen deeltjesversnellers, maar ook deeltjesvertragers heeft.
Ik ga er even tussenuit om een zak appels te kopen, want in het hotel is alleen geconserveerd en plastic fruit verkrijgbaar.
In de middag gaan we met de journalisten naar Magurele, een fysicastad, 10 km buiten Boekarest. We moeten ons paspoort laten zien om binnen te komen. Het was wel handig geweest als de organisatie dat tegen ons had gezegd, want velen hebben hun paspoort in de kluis in het hotel liggen, maar ze mogen er toch in. Op het terrein wonen vele verwilderde honden, net als in Boekarest. Er staat een nucleair onderzoeksreactor, maar die wordt afgebouwd. De gebouwen zijn omcirkeld door een exact cirkelvormig bos, aangeplant in de jaren vijftig. Er is een cyclotron en er zijn deeltjesversnellers en er worden hier slimme detectoren gebouwd voor het Atlas-experiment op CERN en voor andere internationale experimenten. Vandaag hebben ze gehoord dat ze een haalbaarheidsstudie mogen doen voor het bouwen van een nieuwe, zeer krachtige gammalaser, ELI.
We bezoeken enkele laboratoria, waar technische hoogstandjes op het gebied van detectortechniek te zien zijn. Het grote probleem hier is echter dat ze moeilijk aan werknemers kunnen komen. De salarissen van Roemeense technici en natuurwetenschappers zijn laag. En dan bedoel ik echt zo laag, dat zelfs Indiërs liever ergens anders gaan werken.
Dan krijgen we nog een praatje in de computerruimte, dat onverstaanbaar is door de ventilatie van de computers, maar als ik daar iets van zeg, hoort de spreker me niet door de herrie. Computers zijn ook echt niet boeiend om naar te kijken, al zijn ze nog zo geavanceerd.
We gaan weer terug naar het hotel, waar ik weer mijn favoriete maaltijd ga eten, dit keer met een wachttijd van drie kwartier, hoewel het niet druk is. Bovendien ontbreekt mijn favoriete saus die erbij hoort, die komt alsnog 10 minuten later.
Dan ga ik nog een uurtje zwemmen om moet te worden, want we vertrekken morgen om half 7 's ochtends al naar de Donaudelta.
maandag 17 september 2012
Ontdekking van groeimarkt voor presentatietechnieken
In de ochtend ga ik een stukje rennen langs het lege kanaal, langs de autoweg. Nu maar eens de kant op waar ik nog niet was, de stad uit. Niet bijzonder mooi, maar de weg is beter dan laatst in de haven van Brussel.
Om 10 uur begint de conferentie met voornamelijk sprekers die wel een mediatraining kunnen gebruiken. Volgekalkte powerpoints, sprekers waarvan je voornamelijk de rug ziet, onverstaanbaar gebrabbel. Maar ik leer dat er deeltjes bestaan die charmionen heten en die bestaan uit charm- en anticharmquarks of een combinatie ervan met andere quarks. En van de enige goede ochtendspreker leer ik dat kernen een substructuur kunnen hebben van alfadeeltjes of grotere combinaties van protonen en neutronen en dat een extra neutron als een elektron in een atoom over een kern verdeeld kan zijn.
En gisteren hoorde ik al van een jonge Duitse onderzoeker dat supernova's onstabiele atomen zwaarder dan uranium kunnen vormen, waar onderzoekers op aarde heel veel moeite voor moeten doen om dat voor elkaar te krijgen. Helaas gaat het praatje hierover in zulke diepe details dat ik het niet kan volgen en ik verlaat de zaal om eens te gaan vragen hoe het middagprogramma voor journalisten eruit ziet, want ik las iets over de geofysische faculteit, maar hoe komen we daar. Bovendien heb ik nog geen collega-journalist ontmoet.
Aan de registratiebalie hoor ik dat het tripje niet doorgaat, wegens gebrek aan belangstelling. Maar even later hoor ik dat het toch wel doorgaat, om 3 uur vertrekt er een bus.
Eerst ga ik lunchen met Gea die bij Dirk hoort. Dirk gaat hier morgen een lezing geven. Oorspronkelijk Groningers die nu in de U.K. wonen. Er is een enorme rij voor het buffet, dat zeer onhandig staat opgesteld. En als je uiteindelijk opstaat om iets te eten te halen, wordt je bestek alvast afgeruimd.
Na de lunch kom ik toevallig organisator Alex tegen, die vertelt dat de bus om half 3 vertrekt. Handig om te weten! En er zijn nog iets van 10 andere journalisten (er waren 35 plaatsen).
We gaan naar het instituut GeoEcoMar, dat een groot onderzoeksinstituut voot de Donaudelta wil gaan bouwen met Europees geld. Vanaf woensdag gaan we varen in de Donaudelta, een groot, vrijwel ongerept natuurreservaat. Ik ben heel benieuwd, zeker nadat ik het natuurreservaat naast de deur heb gezien.
Dan bezoeken we ook de polytechnische universiteit, waar we wat röntgenapparatuur en een elektronenmicroscoop en een atoomkrachtmicroscoop mogen bewonderen. Wel bijzonder is de apparatuur voor nanofabricage van koolstofnanobuisjes en koolstofnano-uien. Een bijzonder enthousiaste professor, die de technieken leerde in Duitsland en nu terug is gekeerd naar Roemenië, wat steeds meer mensen doen. Ik kan me er wel iets bij voorstellen als ik de best wel mooie en niet al te sloeberige stad Boekarest zie, al zijn de salarissen hier natuurlijk laag, maar het leven is ook goedkoop.
Hierna mogen we nog naar een laboratorium voor informatica waar we een computer zien staan en waar niemand vragen heeft, omdat iedereen honger heeft. Maar eerst moeten we nog even een laboratorium zien voor robotica, waar we een slimme opstelling van vier robots zien die onderdelen kunnen verplaatsen. Wauw!
Terug in het hotel blijkt dat er geen diner geregeld is. Ik ontmoet Gea en Dirk weer in het restaurant en dan gaan we samen wat eten en we maken het nog even gezellig. Helaas zit er vandaag geen mierikswortel in mijn saus.
Om 10 uur begint de conferentie met voornamelijk sprekers die wel een mediatraining kunnen gebruiken. Volgekalkte powerpoints, sprekers waarvan je voornamelijk de rug ziet, onverstaanbaar gebrabbel. Maar ik leer dat er deeltjes bestaan die charmionen heten en die bestaan uit charm- en anticharmquarks of een combinatie ervan met andere quarks. En van de enige goede ochtendspreker leer ik dat kernen een substructuur kunnen hebben van alfadeeltjes of grotere combinaties van protonen en neutronen en dat een extra neutron als een elektron in een atoom over een kern verdeeld kan zijn.
En gisteren hoorde ik al van een jonge Duitse onderzoeker dat supernova's onstabiele atomen zwaarder dan uranium kunnen vormen, waar onderzoekers op aarde heel veel moeite voor moeten doen om dat voor elkaar te krijgen. Helaas gaat het praatje hierover in zulke diepe details dat ik het niet kan volgen en ik verlaat de zaal om eens te gaan vragen hoe het middagprogramma voor journalisten eruit ziet, want ik las iets over de geofysische faculteit, maar hoe komen we daar. Bovendien heb ik nog geen collega-journalist ontmoet.
Aan de registratiebalie hoor ik dat het tripje niet doorgaat, wegens gebrek aan belangstelling. Maar even later hoor ik dat het toch wel doorgaat, om 3 uur vertrekt er een bus.
Eerst ga ik lunchen met Gea die bij Dirk hoort. Dirk gaat hier morgen een lezing geven. Oorspronkelijk Groningers die nu in de U.K. wonen. Er is een enorme rij voor het buffet, dat zeer onhandig staat opgesteld. En als je uiteindelijk opstaat om iets te eten te halen, wordt je bestek alvast afgeruimd.
Na de lunch kom ik toevallig organisator Alex tegen, die vertelt dat de bus om half 3 vertrekt. Handig om te weten! En er zijn nog iets van 10 andere journalisten (er waren 35 plaatsen).
We gaan naar het instituut GeoEcoMar, dat een groot onderzoeksinstituut voot de Donaudelta wil gaan bouwen met Europees geld. Vanaf woensdag gaan we varen in de Donaudelta, een groot, vrijwel ongerept natuurreservaat. Ik ben heel benieuwd, zeker nadat ik het natuurreservaat naast de deur heb gezien.
Dan bezoeken we ook de polytechnische universiteit, waar we wat röntgenapparatuur en een elektronenmicroscoop en een atoomkrachtmicroscoop mogen bewonderen. Wel bijzonder is de apparatuur voor nanofabricage van koolstofnanobuisjes en koolstofnano-uien. Een bijzonder enthousiaste professor, die de technieken leerde in Duitsland en nu terug is gekeerd naar Roemenië, wat steeds meer mensen doen. Ik kan me er wel iets bij voorstellen als ik de best wel mooie en niet al te sloeberige stad Boekarest zie, al zijn de salarissen hier natuurlijk laag, maar het leven is ook goedkoop.
Hierna mogen we nog naar een laboratorium voor informatica waar we een computer zien staan en waar niemand vragen heeft, omdat iedereen honger heeft. Maar eerst moeten we nog even een laboratorium zien voor robotica, waar we een slimme opstelling van vier robots zien die onderdelen kunnen verplaatsen. Wauw!
Terug in het hotel blijkt dat er geen diner geregeld is. Ik ontmoet Gea en Dirk weer in het restaurant en dan gaan we samen wat eten en we maken het nog even gezellig. Helaas zit er vandaag geen mierikswortel in mijn saus.
zondag 16 september 2012
De stoepgroente van Boekarest
Ik begin de dag goed met een kilometer zwemmen in het zwembad in de kelder van het hotel. Om 8 (7 uur NL-tijd) uur is het daar heel stil. Eigenlijk moeten hotelgasten betalen, maar er is niemand, dus ik zwem lekker gratis.
Bij het ontbijtbuffet blijkt dat je een beetje moet uitkienen waar je gaat zitten. Er lopen zoveel obers rond, die elk leeg glas, kopje of bordje binnen een seconde afserveren. Omdat ik alleen ontbijt is alles steeds afgeruimd als ik een kop koffie ga halen. Ik verander dus drie keer van plek, tot ik in een hoekje zit waar ik me veilig waan, maar ook daar is alles weg als ik met mijn laatste kopje koffie terugkom...
Vandaag staat er niets op het programma, de mensen van de conferentie en de journalisten zullen vandaag binnendruppelen. Ik ga de stad verkennen en op mijn lijstje staat het wetenschapsmuseum dat Alex aanwees, het museum voor hedendaagse kunst en de botanische tuin. Goed museumweer, het regent.
Eerst ga ik een stukje wandelen, op zoek naar een metrostation. Zie ik meteen wat van het land dat ik alleen ken van zakkenrollers, phishing en corruptie. Met mijn hardloopschoenen aan en zonder tas bij me zie ik er aardig Roemeens uit, zeker als mijn broek onder de modder zit, nadat de eerste auto die me passeert, keihard door een plas rijdt, zodat ik helemaal nat wordt. Prima, ik hoef er niet zo nodig als toerist uit te zien.
Ik wordt al meteen helemaal in beslag genomen door de stoepgroente die ik zie. De concentratie postelein is hier even groot als die op het parkeerterrein van Eindhoven Airport. Het hotel is naast een natuurgebied volgens de kaart, dus ik steek de weg over om dat van dichtbij te bekijken. Het lijkt meer op een vuilnisbelt. Er groeit wel veel Cichorei (witlof), Gierstgras, Studentenkruid, veel Azijnboom, Walnoot en Oeverstekelnoot. Ik zie Handjesgras en veel Klein liefdegras, Kleine majer en volgens mij heel veel Liggende amarant, die ik ken uit Amsterdam-oost.
Ik kom door een wijk met bijzonder veel autohandelaren en steek een rivier over die helemaal droog ligt. Het is hier een hele hete zomer geweest.
Met een dagkaart voor de metro ga ik richting het centrum van de stad (ruim 5 km van het hotel) en op de gok stap ik ergens uit. Ik zit al een stuk ten westen van het oude centrum, dus ik wandel naar het oosten langs een, misschien andere, rivier, met water erin. Hier ook weer heel veel postelein op de stoepen. Op de stoep is het bijzonder rustig, iedereen rijdt hier in een auto. Ik kan dus op mijn gemak allerlei rare foto's maken van de stoepgroente. Ongeveer de helft van de straten waar ik doorheen wandel stinkt naar pis. Verder ziet de stad er wel ok uit. Veel grote oude gebouwen en brede straten. Op een enkel punt is de elektrische bedrading India-stijl, maar dat is echt uitzonderlijk.
De meeste winkels zijn gewoon open op zondag. In een groot park, waar het museum voor hedendaagse kunst in ligt, is een groot feest aan de gang, zo te horen. Het is inmiddels droog en ik heb niet zo heel veel zin meer om een museum in te gaan, het is leuker om meer van de stad te zien. Ik kom langs de plaatselijke afdeling van Occupy, denk ik. Het Roemeens is wel te lezen, maar ze hebben te veel leuzen om ze allemaal te lezen en ze hebben ronde gaten in Roemeense vlaggen geknipt, misschien is het wel iets heel anders.
Tegenover de afdeling geologie van de universiteit staat Mais op de stoep, en een Zonnebloem. In welke Europese stad zou er geen groente op de stoep groeien?
Zo zwerf ik een paar uur rond en ik maak veel foto's. Dan pak ik weer een metro naar een station in de richting van het hotel en ik loop de zeker twee kilometer langs de droge rivier, met aan de overzijde het "natuurgebied", dat omgeven is door een hoge dijk van kleigrond. In de bosjes wonen verwilderde honden en ik geloof ook mensen. Vandaar het luide geblaf dat ik gisteravond hoorde door het open raam... Een aantal mannen is iets vaags aan het doen in de modder van de drooggevallen rivier. Ik klim op de dijk en aan de binnenkant is dan blijkbaar de 'natuur'. Een kleine plas met een rietkraag en verder veel ruig terrein. Hmm. Aan de oostkant heb ik uitzicht op iets dat eruitziet als een kerncentrale, maar dat waarschijnlijk niet is. Ik maak veel foto's van gekke kruiden als fluweelblad.
Als ik terugkom in het hotel is er een soort welkomstborrel met een half glas van iets champagne-achtigs en een vies zoet luchtig koekje. Ik spreek met enkele jonge onderzoekers uit Duitsland die werken aan kernfenomenen in supernova's en aan dubbel-beta-verval. Ik besef dat ik hier weinig Nederlanders tegen zal komen, want het onderzoek naar kernfysica krijgt in Nederland geen geld meer. De Duitsers vertellen ook al dat het KVI in Groningen eind dit jaar een reactor moet sluiten. Misschien zijn hier Nederlanders die naar het buitenland zijn uitgeweken. Dat kan nog interessante verhalen opleveren.
Bij het ontbijtbuffet blijkt dat je een beetje moet uitkienen waar je gaat zitten. Er lopen zoveel obers rond, die elk leeg glas, kopje of bordje binnen een seconde afserveren. Omdat ik alleen ontbijt is alles steeds afgeruimd als ik een kop koffie ga halen. Ik verander dus drie keer van plek, tot ik in een hoekje zit waar ik me veilig waan, maar ook daar is alles weg als ik met mijn laatste kopje koffie terugkom...
Vandaag staat er niets op het programma, de mensen van de conferentie en de journalisten zullen vandaag binnendruppelen. Ik ga de stad verkennen en op mijn lijstje staat het wetenschapsmuseum dat Alex aanwees, het museum voor hedendaagse kunst en de botanische tuin. Goed museumweer, het regent.
Eerst ga ik een stukje wandelen, op zoek naar een metrostation. Zie ik meteen wat van het land dat ik alleen ken van zakkenrollers, phishing en corruptie. Met mijn hardloopschoenen aan en zonder tas bij me zie ik er aardig Roemeens uit, zeker als mijn broek onder de modder zit, nadat de eerste auto die me passeert, keihard door een plas rijdt, zodat ik helemaal nat wordt. Prima, ik hoef er niet zo nodig als toerist uit te zien.
Ik wordt al meteen helemaal in beslag genomen door de stoepgroente die ik zie. De concentratie postelein is hier even groot als die op het parkeerterrein van Eindhoven Airport. Het hotel is naast een natuurgebied volgens de kaart, dus ik steek de weg over om dat van dichtbij te bekijken. Het lijkt meer op een vuilnisbelt. Er groeit wel veel Cichorei (witlof), Gierstgras, Studentenkruid, veel Azijnboom, Walnoot en Oeverstekelnoot. Ik zie Handjesgras en veel Klein liefdegras, Kleine majer en volgens mij heel veel Liggende amarant, die ik ken uit Amsterdam-oost.
Ik kom door een wijk met bijzonder veel autohandelaren en steek een rivier over die helemaal droog ligt. Het is hier een hele hete zomer geweest.
Met een dagkaart voor de metro ga ik richting het centrum van de stad (ruim 5 km van het hotel) en op de gok stap ik ergens uit. Ik zit al een stuk ten westen van het oude centrum, dus ik wandel naar het oosten langs een, misschien andere, rivier, met water erin. Hier ook weer heel veel postelein op de stoepen. Op de stoep is het bijzonder rustig, iedereen rijdt hier in een auto. Ik kan dus op mijn gemak allerlei rare foto's maken van de stoepgroente. Ongeveer de helft van de straten waar ik doorheen wandel stinkt naar pis. Verder ziet de stad er wel ok uit. Veel grote oude gebouwen en brede straten. Op een enkel punt is de elektrische bedrading India-stijl, maar dat is echt uitzonderlijk.
De meeste winkels zijn gewoon open op zondag. In een groot park, waar het museum voor hedendaagse kunst in ligt, is een groot feest aan de gang, zo te horen. Het is inmiddels droog en ik heb niet zo heel veel zin meer om een museum in te gaan, het is leuker om meer van de stad te zien. Ik kom langs de plaatselijke afdeling van Occupy, denk ik. Het Roemeens is wel te lezen, maar ze hebben te veel leuzen om ze allemaal te lezen en ze hebben ronde gaten in Roemeense vlaggen geknipt, misschien is het wel iets heel anders.
Tegenover de afdeling geologie van de universiteit staat Mais op de stoep, en een Zonnebloem. In welke Europese stad zou er geen groente op de stoep groeien?
Zo zwerf ik een paar uur rond en ik maak veel foto's. Dan pak ik weer een metro naar een station in de richting van het hotel en ik loop de zeker twee kilometer langs de droge rivier, met aan de overzijde het "natuurgebied", dat omgeven is door een hoge dijk van kleigrond. In de bosjes wonen verwilderde honden en ik geloof ook mensen. Vandaar het luide geblaf dat ik gisteravond hoorde door het open raam... Een aantal mannen is iets vaags aan het doen in de modder van de drooggevallen rivier. Ik klim op de dijk en aan de binnenkant is dan blijkbaar de 'natuur'. Een kleine plas met een rietkraag en verder veel ruig terrein. Hmm. Aan de oostkant heb ik uitzicht op iets dat eruitziet als een kerncentrale, maar dat waarschijnlijk niet is. Ik maak veel foto's van gekke kruiden als fluweelblad.
Als ik terugkom in het hotel is er een soort welkomstborrel met een half glas van iets champagne-achtigs en een vies zoet luchtig koekje. Ik spreek met enkele jonge onderzoekers uit Duitsland die werken aan kernfenomenen in supernova's en aan dubbel-beta-verval. Ik besef dat ik hier weinig Nederlanders tegen zal komen, want het onderzoek naar kernfysica krijgt in Nederland geen geld meer. De Duitsers vertellen ook al dat het KVI in Groningen eind dit jaar een reactor moet sluiten. Misschien zijn hier Nederlanders die naar het buitenland zijn uitgeweken. Dat kan nog interessante verhalen opleveren.
Tomaten, Postelein en Mierikswortelsaus
Ik ben uitgenodigd als wetenschapsjournalist voor een reis van een week door Roemenië, te beginnen met een ochtend kernfysica-conferentie in Boekarest. Op zaterdag 15 september vertrek ik om te vliegen vanaf Eindhoven Airport, met Wizzair, supergoedkoop natuurlijk. Op weg naar Eindhoven zie ik op station Utrecht Centraal mooie tomatenplanten op spoor 14. Op spoor 11 waar de trein richting Nijmegen stopt staat ook een hele rij, zelfs met groene tomaten eraan.
Op Eindhoven airport ben ik redelijk vroeg, dus heb ik tijd voor een kleine inventarisatie ven het parkeerterrein. Al vanuit de bus zag ik plekken met postelein dacht ik. Jawel, het hele parkeerterrein staat er mee vol. Ook groene naaldaar, bleekgele droogbloem en klein liefdegras en natuurlijk straatliefdegras. Ik zie ineens ook een heel bijzondere kleine ganzenvoet, chenopodium pumillo, de liggende ganzenvoet. Die heb ik misschien nog maar 1 keer eerder gezien.
De vlucht naar Boekarest verloopt prettig, alleen niet voor een flauwvallende passagier. Gelukkig gaat hij niet dood of zo en hoeven we geen noodlanding te maken.
In Boekarest wordt ik opgewacht door Alexandru. Wetenschapsjournalist en voormalig minister van jeugd na de val van Ceaucescu. We rijden door de buitenwijken van Boekarest, die er zeer rijk uitzien. Ik ben wel blij als Alex zijn bril opzet, want heel erg strak rijdt hij niet, overigens net als andere weggebruikers. Het lijkt wel of niemand de scheidingsstrepen tussen de rijstroken goed ziet.
Op een gegeven moment rijden we tegen het verkeer in een eenrichtingsweg op en Alex heeft het niet in de gaten, ik moet toch een beetje aandringen voordat hij een goede weg opdraait. Loopt gelukkig goed af.
Boekarest lijkt helemaal niet op Sofia in Bulgarije, waar je drie naar Nederlandse begrippen normale straten hebt, en verder armoedige troep. Deze stad ziet er zeer rijk uit, met fraaie grote oude gebouwen. Morgen met daglicht nog maar eens beter kijken.We komen ook langs het voormalige paleis van Ceaucescu, waar hij met helicopter is weggevlucht. Op het plein voor het paleis zijn in de dagen voor de revolutie duizend mensen gestorven, vertelt Alex. Hij was er al die tijd bij.
Na een beetje zoeken vinden we het Rin Grand Hotel, waar vanaf maandag een conferentie over kernfysica plaatsvindt. Alex regelt mijn kamer en dan vertrekt hij weer. Ik zoek mijn plekje achthoog in het megahotel en vind een grote kamer met bad. Het is hier een uur later en al half tien en ik besluit nog een hapje te eten en verder vandaag niet veel meer te doen. Ik eet lekker lamsvlees met een pikant mierikswortelsausje en wittekoolsalade met dille met goede roemeense rode ('zwarte') wijn. Bijna net zoveel vlees als in Montenegro, dus de polenta laat ik lekker liggen.
Abonneren op:
Posts (Atom)