zondag 16 september 2012

De stoepgroente van Boekarest

Ik begin de dag goed met een kilometer zwemmen in het zwembad in de kelder van het hotel. Om 8 (7 uur NL-tijd) uur is het daar heel stil. Eigenlijk moeten hotelgasten betalen, maar er is niemand, dus ik zwem lekker gratis.
Bij het ontbijtbuffet blijkt dat je een beetje moet uitkienen waar je gaat zitten. Er lopen zoveel obers rond, die elk leeg glas, kopje of bordje binnen een seconde afserveren. Omdat ik alleen ontbijt is alles steeds afgeruimd als ik een kop koffie ga halen. Ik verander dus drie keer van plek, tot ik in een hoekje zit waar ik me veilig waan, maar ook daar is alles weg als ik met mijn laatste kopje koffie terugkom...
Vandaag staat er niets op het programma, de mensen van de conferentie en de journalisten zullen vandaag binnendruppelen. Ik ga de stad verkennen en op mijn lijstje staat het wetenschapsmuseum dat Alex aanwees, het museum voor hedendaagse kunst en de botanische tuin. Goed museumweer, het regent.
Eerst ga ik een stukje wandelen, op zoek naar een metrostation. Zie ik meteen wat van het land dat ik alleen ken van zakkenrollers, phishing en corruptie. Met mijn hardloopschoenen aan en zonder tas bij me zie ik er aardig Roemeens uit, zeker als mijn broek onder de modder zit, nadat de eerste auto die me passeert, keihard door een plas rijdt, zodat ik helemaal nat wordt. Prima, ik hoef er niet zo nodig als toerist uit te zien.
Ik wordt al meteen helemaal in beslag genomen door de stoepgroente die ik zie. De concentratie postelein is hier even groot als die op het parkeerterrein van Eindhoven Airport. Het hotel is naast een natuurgebied volgens de kaart, dus ik steek de weg over om dat van dichtbij te bekijken. Het lijkt meer op een vuilnisbelt. Er groeit wel veel Cichorei (witlof), Gierstgras, Studentenkruid, veel Azijnboom, Walnoot en Oeverstekelnoot. Ik zie Handjesgras en veel Klein liefdegras, Kleine majer en volgens mij heel veel Liggende amarant, die ik ken uit Amsterdam-oost.
Ik kom door een wijk met bijzonder veel autohandelaren en steek een rivier over die helemaal droog ligt. Het is hier een hele hete zomer geweest.
Met een dagkaart voor de metro ga ik richting het centrum van de stad (ruim 5 km van het hotel) en op de gok stap ik ergens uit. Ik zit al een stuk ten westen van het oude centrum, dus ik wandel naar het oosten langs een, misschien andere, rivier, met water erin. Hier ook weer heel veel postelein op de stoepen. Op de stoep is het bijzonder rustig, iedereen rijdt hier in een auto. Ik kan dus op mijn gemak allerlei rare foto's maken van de stoepgroente. Ongeveer de helft van de straten waar ik doorheen wandel stinkt naar pis. Verder ziet de stad er wel ok uit. Veel grote oude gebouwen en brede straten. Op een enkel punt is de elektrische bedrading India-stijl, maar dat is echt uitzonderlijk.
De meeste winkels zijn gewoon open op zondag. In een groot park, waar het museum voor hedendaagse kunst in ligt, is een groot feest aan de gang, zo te horen. Het is inmiddels droog en ik heb niet zo heel veel zin meer om een museum in te gaan, het is leuker om meer van de stad te zien. Ik kom langs de plaatselijke afdeling van Occupy, denk ik. Het Roemeens is wel te lezen, maar ze hebben te veel leuzen om ze allemaal te lezen en ze hebben ronde gaten in Roemeense vlaggen geknipt, misschien is het wel iets heel anders.
Tegenover de afdeling geologie van de universiteit staat Mais op de stoep, en een Zonnebloem. In welke Europese stad zou er geen groente op de stoep groeien?
Zo zwerf ik een paar uur rond en ik maak veel foto's. Dan pak ik weer een metro naar een station in de richting van het hotel en ik loop de zeker twee kilometer langs de droge rivier, met aan de overzijde het "natuurgebied", dat omgeven is door een hoge dijk van kleigrond. In de bosjes wonen verwilderde honden en ik geloof ook mensen. Vandaar het luide geblaf dat ik gisteravond hoorde door het open raam... Een aantal mannen is iets vaags aan het doen in de modder van de drooggevallen rivier. Ik klim op de dijk en aan de binnenkant is dan blijkbaar de 'natuur'. Een kleine plas met een rietkraag en verder veel ruig terrein. Hmm. Aan de oostkant heb ik uitzicht op iets dat eruitziet als een kerncentrale, maar dat waarschijnlijk niet is. Ik maak veel foto's van gekke kruiden als fluweelblad.
Als ik terugkom in het hotel is er een soort welkomstborrel met een half glas van iets champagne-achtigs en een vies zoet luchtig koekje. Ik spreek met enkele jonge onderzoekers uit Duitsland die werken aan kernfenomenen in supernova's en aan dubbel-beta-verval. Ik besef dat ik hier weinig Nederlanders tegen zal komen, want het onderzoek naar kernfysica krijgt in Nederland geen geld meer. De Duitsers vertellen ook al dat het KVI in Groningen eind dit jaar een reactor moet sluiten. Misschien zijn hier Nederlanders die naar het buitenland zijn uitgeweken. Dat kan nog interessante verhalen opleveren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten