Om kwart over zes sta ik klaar in de
hal van het hotel. Ik koop maar geen koffie bij de bar, want gisteren
hoorde ik dat we een zak met ontbijt meekrijgen en er zal koffie zijn
in de bus die ons naar Tulcea brengt. Dat busje is tot de nok toe
gevuld, want er gaan nog enkele extra Roemenen mee. Helaas was er
blijkbaar geen ruimte meer over voor de koffie...
We rijden weg van Boekarest, waar
buiten de stad veel braakliggend land te zien is. Verder weg van de
stad wordt het meer landbouwgrond, soms wordt er wijn verbouwd, regelmatig zien we bijenkasten voor de honingproductie. Het land is erg plat, totdat er op
een gegeven moment wat duinachtige heuvels verschijnen. Volgens de
Roemenen zijn dit weggeërodeerde bergen. We maken een kleine stop in
Capidava, waar Romeinse ruïnes te zien zijn. Ik en een Finse
journalist gaan meteen op zoek naar muurplanten en inderdaad staan de
ruïnes vol met muurvarens. Tenminste, voor zover ze niet
kapotgerestaureerd zijn met cement. Er wonen veel verwilderde honden
in de ruïne van Capidava, die ons zo lief aankijken dat ze van velen
de ham van de ontbijtboterhammen krijgen en ook de witte boterhammen,
die blijkbaar niemand graag eet. Bello en Bella c.s. zijn onze beste
vrienden en ze kwispelen erop los.
Dan gaat het verder door een eentonig
landschap, tot we rond 1 uur in Tulcea zijn, een aardig ogende stad
aan de breedste arm van de Donau. Het uitgangspunt voor een reis door
de delta, die enorm uitgestrekt is en alleen via het water
bereikbaar.
We krijgen 20 minuten vrijaf, en ik heb
enorme zin in koffie, maar die is niet snel te spotten. Daarom loop
ik iets verder weg tot ik een echte espresso-automaat vind. Maar dan
wordt ik meteen gespot door enkele Roemenen en ik moet met ze
meekomen, want de groep is me kwijt. Maar mijn missie is gelukt!
We krijgen een korte introductie over
het natuurbehoud in het centrum voor natuurbehoud van de Donaudelta.
Vooral grootschalige illegale visserij is een probleem, maar dat
wordt aangepakt door de kustwacht, die daarvoor hun wapens wel eens
moeten gebruiken. Verder willen ze het toerisme een beetje in toom
houden, maar 40.000 bezoekers per jaar voor zo'n groot gebied vind ik
helemaal niet veel.
Dan mogen we ons inschepen op een boot
die ons ergens in de delta zal afzetten, waar we overnachten. We
varen over een brede meanderarm. Het is vrij saai. Langs de kant
staan wilgen, populieren en abelen en de meeste die ik zie zijn
aangeplant of gekapt. Veel wilgen zijn ziek, waarschijnlijk de
watermerkziekte. Hier en daar staan tentjes langs de kant en de
tentbewoners zijn allemaal aan het vissen met een hengel. Hier en
daar is nog een stadje en ik zie op de kaart die we in het
informatiecentrum kregen dat er aan de zuidkant nog een weg loopt.
Hier en daar ligt een heuvel, de hoogste is iets meer dan 200 meter,
de meeste nog geen 100 meter hoog.
Dan slaan we af en zie ik allemaal
kleine vlotvarens drijven, die ik in Nederland nog nooit zag en dat
is maar goed ook, want daar zijn het ontsnapte vijverplanten.
We proberen aan te meren bij een resort
in Uzlina, maar dat is nog een hele toer, omdat de waterstand heel
laag is door de hete, droge zomer die hier geweest is. De boot loopt
aan de grond en met behulp van de motor drukt de schipper de boot
door de modder.
We komen op een alleraardigst plekje
met zwembad, waar iedereen een heel huis zonder keuken tot zijn
beschikking krijgt. Ik duik meteen met vier andere dames het zwembad
in, eindelijk wakker na 10 uur reizen. Morgen gaan we de hele dag
varen door de Delta en dan hoop ik wat meer natuurlijke natuur te
zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten